Hieronder eerst een ontluisterend artikel dat des te meer aantoont dat het geen overbodige luxe is de spierconditie van je paard periodiek te laten checken.
Paard vaak ongemerkt kreupel, wijst studie uit.
Een Brits onderzoek komt tot verontrustende resultaten: bijna de helft van de onderzochte sportpaarden bleek kreupel of stijf te zijn, terwijl de eigenaren in de veronderstelling waren dat hun dieren in goede conditie waren. Bij 12% van de kreupele dieren zagen de onderzoekers een relatie met het scheef zakken van het zadel.
Sue Dyson van de Animal Health Trust en studente Line Greve bestudeerden 506 sportpaarden. De dieren werden in verschillende situaties gefilmd: aan de hand, onder het zadel, in draf, in galop. Bij 46% van de paarden zagen Dyson en Greve een afwijking. Bij 12% van de testpaarden kwam het verschuiven van het zadel voor – vooral bij paarden die kreupelheid aan de achterbenen hadden. Greve: “De resultaten wijzen uit dat bij paarden met kreupelheid aan de achterhand of afwijkingen in hun gangen meer dan 50% kans is op het schuiven van het zadel dan bij andere paarden.”
Deze studie is een vervolg op een studie uit 2012. Hieruit bleek dat kreupelheid aan de achterbenen vaak de oorzaak was van het scheefzakken van het zadel. Volgens Dyson is er meer studie nodig om te kunnen zeggen wanneer het scheefzakken van het zadel een indicator is voor kreupelheid. Anne Bondi van het Saddle Research Trust bevestigt dat ruiters zich zonder meer bewust moeten zijn dat hun paard wellicht niet in zo’n goede conditie is als ze denken. “Een scheef zakkend zadel kan een vroege aanwijzing zijn”, waarschuwt ze.
Bron: Horses / Horse and Hound, april 2014
Een greep uit signalen waarbij je wilt uitsluiten dat ze door spierproblemen worden veroorzaakt.
Verzet buiging hals naar bepaalde kant, kantelen hoofd, schudden hoofd.
Onregelmatigheid in wendingen (alert zijn op mogelijke peesproblemen met vervolgens het inschakelen van de dierenarts).
Wil hals niet strekken. Heeft moeite met het heffen van het hoofd, knarsetandt.
Strakke schouders, verlies kracht en balans, problemen hals bij zijwaartse gangen.
Laat een been iets hangen boven de sprong. Landt na de sprong steeds in dezelfde galop.
Springt moeilijk aan in galop.
Problemen met spinnen (western).
Probleem met strekken elleboog, knikken voorknie, struikelen.
Probleem strekken buik lateraal (lengtebuiging).
Slepen teen of hele been.
Probleem met het plaatsen van het been naar de binnenlijn buik.
Lijnt het achterbeen niet helemaal recht, brengt het iets naar buiten.
Op stal: paard ontwijkt je, wil op bepaalde plekken niet (meer) gepoetst worden, staat steeds met hetzelfde been op rust (alertheid peesprobleem), verandert van karakter raakt in zichzelf gekeerd, beweegt niet meer spontaan, bijt bij het bij de boeg vastmaken van de paardendeken.
Sluit bij een erin geslopen probleem in de training eerst uit dat tegenwerkende spieren je paard in de weg zitten!! Iets wat als een klein op zich zelf staand probleempje ontstaat in een spier groeit in de tijd in het paardenlichaam uit tot een groter probleem omdat de golf van beweging -alle “samenwerkende” bewegingsspieren- is verstoord. Het lichaam keert zich op een gegeven moment tegen het brein. Laat het niet zover komen! Alfons Boiten
Hoe komt het dat een paard spierproblemen heeft ontwikkeld.
Hiervoor kunnen 3 hoofdoorzaken worden genoemd.
1. Je belast voortdurend bepaalde spiergroepen door steeds dezelfde oefening te herhalen, d.w.z. je biedt bepaalde spiergroepen onvoldoende kans te herstellen tijdens de training. In Amerika noemen ze dit repetitive strain. (Zie bij “Praktijkherinneringen: quarter” op mijn blog.)
2. Een trauma/ongeluk kan stramme spieren tot gevolg hebben. Een klap op een spier(groep) geeft plekken in de spieren die niet goed doorbloed meer raken. Ook kunnen andere spiergroepen overbelast raken omdat het paard pijn wil vermijden en anders zal gaan staan, liggen of bewegen waardoor overbelasting van de andere spiergroepen op de loer ligt. Denk ook aan het vastliggen in de box of ongelukken in de sport.
3. In het algemeen zuurstof tekort.
Om dit te verduidelijken dienen we eerst de term spierpijn toe te lichten. Spierpijn is niet meer dan een ontstekingsreactie van het lichaam om haarscheurtje in de spiervezels te genezen. Het is overigens niet goed een paard met spierpijn helemaal stil te zetten of bewegen moet voor het paard bijna onmogelijk zijn geworden. Tussen het ontstaan van de ontstekinkjes en het werkelijk erdoor ervaren als spierpijn zit zo’n 1 à 2 dagen. Officieel wordt spierpijn dan ook Delayed Onset Muscle Soreness genoemd. Door een paard met spierpijn overmatig te blijven trainen, zal het lichaam, als gevolg van o.a. zuurstofgebrek, oedema (weefselcement) aan gaan maken. Hierdoor ontstaan er verklevingen in de spiervezels, waardoor de doorbloeding in de spier afneemt. Door een regelmatige massage zullen deze verklevingen tot een minimum beperkt blijven, zodat de zuurstoftoevoer – via het bloed – naar de spieren optimaal blijft verlopen. Als bij een maximale inspanning de zuurstoftoevoer ontoereikend blijkt zal bij een noodverbranding zonder zuurstof melkzuur als afvalproduct vrijkomen. Als op een gegeven moment ook de afvoer ervan achterblijft door de enorme aanvoer hoopt het zich op in de spier. Bij wielrenners noemen ze dit bijvoorbeeld de pap in de benen. Dit melkzuur geeft vermoeidheid/verlies aan kracht/ongemak met daarmee als hoofdgevaar coördinatieproblemen (dat weer de kans op blessures verhoogt) maar veroorzaakt niet de eigenlijke spierpijn zoals wij die kennen. Het feit dat melkzuur niet de oorzaak is van de spierpijn is af te leiden uit het feit dat bij getrainde atleten een torenhoge melkzuurconcentratie niet leidt tot de spierpijn zoals boven bedoeld. Het wordt door het lichaam vanzelf weer afgevoerd. Zodra de inspanning stopt, zal het melkzuur binnen 1-2 uur geheel verdwijnen. Een goede doorbloeding is daarbij natuurlijk wel essentieel.
De slechte doorbloeding is hier dus de boosdoener. Hierdoor raak je in een negatieve spiraal als je geen goed spieronderhoud pleegt, de problemen stapelen zich op door de volgende opeenvolgende situaties : – rek uit de spier – vezeltjes scheuren (microscopisch kleine haarscheurtjes) – ontstekingsreactie – de eigenlijke spierpijn na 1 à 2 dagen – wel extra blijven trainen – al slechte doorbloeding – zuurstoftekort – verklevingen erbij – rek nog meer uit de spier – meer vezeltjes scheuren – ontstekingsreactie – spierpijn – blijven trainen, tandje erbij – nog slechtere doorbloeding – nog slechtere zuurstof voorziening – weer verklevingen erbij – rek nog meer uit de spier – nog meer vezeltjes scheuren – ontstekingsreactie – spierpijn – training verzwaren – doorbloeding stelt niet veel meer voor – verklevingen op plekken in de spier die de doorbloeding voor een groot deel belemmeren – elasticiteit geheel uit de spier – spier uiterst gevoelig voor aanraking. Ik praat dan over een proces waar maanden zo niet jaren overheen kunnen gaan.
Het paard raakt op een gegeven moment totaal in de knoop. Ik noemde dit al eerder het lichaam keert zich tegen het brein. Het vel is overal strak gespannen. Paard oogt of het een vochttekort heeft. Vooral bij de hals schouderpartij . Je krijgt de spieren met je vingers niet te pakken of met een heftige pijnreactie. Normaal moet je de spier in de hals bij de boeg kunnen pakken, en voor een groot deel kunnen omsluiten met je vingers. Ook het licht knijpen in de buik van de buigers van het voorbeen, vlak onder de elleboog aan de achterkant geeft een pijn reactie waardoor het paard het been heft om de spanning van de spier te krijgen tot aan het door het been heen vallen als pijnreactie. Laat het niet zover komen. Paarden die ik in deze conditie heb aangetroffen waren na drie behandelingen weer aardig op de goede weg. Ze vragen wel een zorgvuldige behandeling. Het paard dient verder natuurlijk wel gezond te zijn en niet bijv. last te hebben van zaken die een goede spierstofwisseling in de weg zitten. Raadpleeg bij twijfel je dierenarts. Er gebeurt – in extreme gevallen – heel wat in zo’n paardenlichaam waar voor herstel tijd moet worden uitgetrokken. De juiste dosering bij de behandeling is dan cruciaal. Dit is per geval verschillend. Het behandelde paard moet verder ook zijn lichaam opnieuw leren ontdekken. Bepaalde (pijn)signalen zullen op een gegeven moment uitblijven. Het paard moet weer vertrouwen krijgen in het vrij kunnen bewegen.
Je ziet hoe belangrijk het is om hand in hand met een effectieve training van je paard voortdurend een goede spierconditie in stand te houden. Het ontstaan van verklevingen kun je nooit helemaal voorkomen. Dit proces sluimert voort zonder dat men het in de gaten heeft en ongeacht de kwaliteit van het paard, de ruiter, de instructie en noem zo maar op. Je kunt er wel voor zorgen dat dit het paard niet in de weg gaat zitten. Mijn eigenlijke doel is de mensen ervan bewust te maken dat aan de voorkant – het preventieve denken – winst valt te behalen en niet aan de achterkant – als het paard (het ene paard is daarin explicieter dan het andere) steeds meer begint tegen te stribbelen – omdat daaraan onopgemerkt een lange periode van ongemak voor het paard vooraf is gegaan.
N.B. Ik wil benadrukken dat een 3-jarige die nog beleerd moet worden al aanzienlijke spierproblemen kan hebben opgebouwd in zijn jonge leven. Als je dit niet wilt uitsluiten geef je je paard een oneerlijke start van zijn sportieve carrière. Er zijn bijvoorbeeld bepaalde paarden die in de opfok in de groep steeds door verschillende paarden worden opgejaagd en weinig rust krijgen. Hier krijgen de spieren op ten duur een optater van. Ook kunnen ze herhaaldelijk in sloten terecht zijn gekomen en noem zo maar op. Je weet het niet; laat ze nakijken.
Hoe zit het met de preventie, hoe kan je e.e.a. zoveel mogelijk voorkomen.
Hier wil ik allereerst kwijt dat rust dit soort in het verleden opgebouwde spierproblemen niet bij de wortel aanpakt.
Het paard levert ongemerkt steeds een stukje souplesse in. Hier kunnen dus jaren overheen gaan. Het gaat zo geleidelijk dat men het vaak niet in de gaten heeft. Als wij ze dan in de sport dwingen dezelfde expressie in de beweging te blijven tonen danwel op hoog niveau te blijven springen hoor je knarsetanden en zie je zwiepende staarten, oren in de nek bij bepaalde verrichtingen en een steeds slechter wordende stap. Springpaarden kunnen ook steeds vaker in de remmen gaan. Het meest alarmerende daarbij is dat paarden in het beginstadium van de achteruitgang van de spierelasticiteit vaak niet laten zien een ongemak te hebben omdat ze uiteindelijk toch prooidieren zijn die geen zwakheden willen tonen uit eigen lijfsbehoud. Daarom standaard minimaal jaarlijks je paard laten loswerken.
Over de preventie.
1. Varieer je werk met het paard. Herhaal nooit tot in het oneindige bepaalde oefeningen. Als je zelf bijv. een uur lang dezelfde schilderbewegingen maakt met je arm voel je ook je spieren waar je, de dagen erop volgend, nog last van zal houden. Bouw tevens pauzes in tijdens de training. Sluit bij het snel verzuren uit dat een slechte doorbloeding hiervoor verantwoordelijk is. Blijkt de slechte spierconditie de oorzaak dan zal de situatie in de loop van de tijd alleen maar verergeren.
Verwar dit niet met het opbouwen van spierkracht door een paard met een goede spierconditie op trainings momenten aan te spreken op minimaal 75% van het spiervermogen van (een) bepaalde spier(groepen).
2. Neem de tijd je paard op te leiden. Vaak wordt de trainer gedwongen binnen een bepaald -vaak kort- tijdsbestek een paard op te leiden. Een paard dient snel te worden verzilverd.
3. Neem de tijd je paard op te warmen alvorens je met je training begint. Hierdoor wordt de doorbloedingsgraad van de spieren opgevoerd. Blijf verder stappen als je paard hijgt na afloop van de training. Deze verhevigde ademhaling heeft een doel. Het paard kan daardoor warmte kwijt en gelijktijdig het bloed van zuurstof voorzien en afvalstoffen afvoeren. Houd daarbij een goede doorbloeding van de spieren in stand door te blijven stappen of nog beter rustig te galopperen alvorens te gaan stappen. Dit hoort bij een juiste cooling down.
4. Galoppeer veel met je paard op een ontspannen wijze. Zowel als warming up en als cooling down. In deze gang vraag je de meeste rek in het spiergebruik van het paardenlichaam.
5. Natuurlijk een heel belangrijke: ga preventief te werk voor wat betreft het spieronderhoud. Trek niet pas aan de bel als het te laat blijkt maar laat sowieso eens per jaar je paard geheel loswerken. Ik vind dat je dat je paard verplicht bent. De mogelijke strakke spieren/spiergroepen komen dan in ieder geval aan het licht en kunnen worden behandeld. Nog beter is natuurlijk het twee maandelijks loswerken van de spieren.
6. Laat een groen paard eerst checken alvorens er mee aan de gang te gaan.
7. Ook heel belangrijk, een verantwoorde manier van je paard trainen, denk daarbij aan de klassieke uitgangspunten en het bewust omgaan met het fenomeen recht richten van je paard (niet alleen de hals van het paard).
Voorkomen is beter dan genezen
Herken je een en ander bij je paard? Neem contact op met PK-Totaal!Maak een afspraak